In het najaar van 2010 begon een van de zwaarste periodes uit mijn carrière als eindredacteur van De Wereld Draait Door. Wat op papier een briljante strategie leek – een derde dagelijkse talkshow bij de VARA, gepresenteerd door publiekslieveling Paul de Leeuw – groeide uit tot een nachtmerrie voor de redactie van DWDD. Terwijl voor de kijker alles ogenschijnlijk vlekkeloos verliep, broeide er achter de schermen een crisis. Medewerkers vertrokken onverwachts, redacties werden tegen elkaar uitgespeeld, en de directie keek de andere kant op. In deze reconstructie neem ik je mee naar het zogenoemde 'horrorjaar' – een periode van onrust, twijfel en overbelasting, waarin succes en uitputting hand in hand gingen. Duidelijk wordt wat de gevolgen waren van het falen van het systeem en het negeren van signalen.
Eind augustus 2010 begon de VARA haar derde dagelijkse talkshow: de MaDiWoDoVrijdagshow van Paul de Leeuw. Naast DWDD en Pauw & Witteman kwam er nóg een VARA-programma bij dat in dezelfde vijver viste. Zoals ik in mijn eerdere stuk De harde strijd om de gast schreef: drie leeuwen in één kooi – dat kon niet goed gaan. En dat ging het ook niet.
Paul de Leeuw
Waarom wilde de VARA drie talkshows? De strategie was helder maar risicovol: (nog) meer zichtbaarheid op televisie, continuïteit in de begroting, en een stevige positie in het medialandschap. Drie dagelijkse talkshows binnen één omroep betekende een ongekende machtspositie in Hilversum. De sterrenstatus van Paul de Leeuw was cruciaal in deze beslissing. Hij was ooit een boegbeeld van de omroep, had een lange staat van dienst en een trouwe achterban. Inmiddels was hij door Matthijs van zijn troon gestoten en ook Paul Witteman en Jeroen Pauw hadden veel meer impact dan hij. Een dagelijks programma zou De Leeuw weer op de kaart zetten, en niet onbelangrijk: het zou hem bij de VARA houden. De dreiging bestond altijd dat een NPO-ster naar een commerciële zender zou gaan. Door hem een dagelijks programma te geven, probeerde Frans Klein hem tevreden te houden en aan de omroep te binden.
Privé en zakelijk liepen hierbij door elkaar want Frans Klein en Paul de Leeuw waren dikke vrienden. Een vriendschap die wel vaker vragen opriep en jaren later tot ophef zou leiden toen Frans Klein, inmiddels directeur van de NPO, Paul’s programma Ranking the Stars zonder overleg met, en tegen de wil van BNNVARA in, in het uitzendschema zette. Hij ging daarbij buiten zijn boekje, radioprogramma Argos besteedde er aandacht aan.
Afwezige leiding
Met zoveel belangen zou je verwachten dat de directie zou coördineren, begeleiden en regelmatig overleg zou voeren. Het ging tenslotte over veel medewerkers, vier paradepaarden van de omroep en drie belangrijke programma's. Maar niets van dat alles.
Frans Klein toonde zich hierin een fanboy van Machiavelli en diens ideeën over machtsuitoefening. Hij hield afstand van de dagelijkse operatie, maar zorgde er tegelijkertijd voor dat alle belangrijke beslissingen via hem liepen. Door directe communicatie met de sterren te onderhouden maar de eindredacteuren aan hun lot over te laten, creëerde hij een systeem waarin iedereen van hem afhankelijk was. Een klassieke tactiek: verdeel en heers.
Niet alleen Frans Klein liet het afweten, ook hoofd Amusement Kathleen Warners en hoofd Personeelszaken bemoeiden zich er niet mee. Er was geen afstemming over personeel, bezetting, of onze houding ten opzichte van gasten en onderwerpen. De directie had niets geleerd van de akkefietjes tussen Pauw & Witteman en DWDD, of het interesseerde hen niet. Ze legden de volledige verantwoordelijkheid bij de eindredacteuren. Toen de problemen zich opstapelden, bleef de enige reactie van bovenaf: los het zelf maar op.

Voordat de MaDiWoDoVrijdagshow van start ging, vond er op mijn initiatief een gesprek plaats met de eindredacteur van De Leeuw, hoofd Amusement Kathleen Warners en Frans Klein. Daar bleef het bij.
Onder onze duiven schieten
Nog voor het programma van Paul op de buis was, begon de strijd al. Sander van de Pavert (LuckyTV) en Nico Dijkshoorn vertelden dat ze door Paul waren gebeld met de vraag of ze aan zijn programma wilden meewerken – hij zou ze goed betalen. We waren onaangenaam verrast. Wie benaderde hij nog meer van wie we het niet wisten? De Leeuw was altijd een goede collega en een graag geziene gast in DWDD, waarom schoot hij onder onze duiven? Het strookte ook niet met beeld dat ik van zijn creativiteit had. Als je een nieuw programma maakt, benader je toch niet mensen die een vaste rubriek hebben in een ander programma?
Van de Pavert en Dijkshoorn bleven bij DWDD. Maar de toon was gezet: een nieuwe talkshow die gezichtsbepalende medewerkers probeerde weg te lokken bij een bestaand VARA-programma, met medeweten en instemming van de directie.
We gingen ervan uit dat het om een eenmalige actie van Paul ging. Hij was welkom in DWDD om over zijn nieuwe show te praten. En de eerste week van zijn show schakelden we elke dag naar zijn studio zodat hij zijn uitzending kon promoten.
Leegloop
Al snel werd duidelijk dat het programma van De Leeuw niet goed liep. In oktober 2010 gooide hij zijn eindredacteur eruit en begon aan onze redactie te trekken. Hij had zijn oog laten vallen op één van onze samenstellers. Vlak voor de kerstvakantie vertrok deze samensteller naar de MaDiWoDoVrijdagshow. Een rampzalige timing midden in het seizoen, dat al vrij zwaar was. Ik vond het van beiden niet collegiaal.
Op 23 november 2010 stuurde ik een mail naar Frans Klein en Kathleen Warners met het onderwerp 'Alarm':
Dag Frans en Kathleen,
Ik heb vannacht wakker gelegen. Een van mijn repeterende gedachtes was de brute actie waarmee [naam samensteller] uit mijn redactie wordt getrokken. Het gaat op dit moment niet goed, zoals jullie hebben gemerkt was de line-up gister pas heel laat rond. Sowieso gaat het de laatste weken moeizaam. Daarbij komt het grote probleem dat ik nog helemaal geen zicht heb op een opvolger voor [naam samensteller]. Ik wil graag en met spoed een vervolg op het gesprek van gister want op deze manier gaat mijn schip niet harder maar begint scheef te hangen.
Dieuwke
Daar bleef het niet bij. Het patroon herhaalde zich rond de kerstvakantie van 2010-2011. Meer opzeggingen volgden. Onze voormalige samensteller nam een redacteur mee naar Paul, en anderen volgden dit voorbeeld. De timing kon niet slechter: rond de vakantie, wanneer het moeilijk was om te reageren of vervanging te regelen. Van uitrusten was geen sprake - er moesten immers nieuwe mensen geworven worden, gesprekken worden gevoerd, en plannen worden gemaakt voor de samenstelling na de vakantie. Terwijl ik had gehoopt op een korte pauze, was het een stressvolle tijd.
Redacteuren vertrokken niet alleen naar Paul de Leeuw. Eén wilde verslaggever worden en kreeg een kans bij een ander VARA-programma, en sommigen vertrokken vanwege privé-omstandigheden. De hoge werkdruk bij DWDD speelde zeker ook mee in hun beslissing.
Wat duidelijk werd: Paul gebruikte zijn sterrenstatus om zijn programma te redden. Als presentator kon hij veel meer eisen dan een redacteur of eindredacteur ooit zou kunnen. De omroepdirectie greep niet in bij deze interne verschuivingen, ondanks het risico voor de continuïteit van DWDD, het vlaggenschip van de VARA. Sterker nog, Frans Klein bemoeide zich persoonlijk met de wensen van Paul de Leeuw. Om mijn redactie te beschermen hield ik de redacteur die met de samensteller meewilde aan haar opzegtermijn van twee maanden. Daarop greep Frans Klein in, hij overrulede mij en gaf haar toestemming om na de kerstvakantie al te gaan. Zelfs in een simpele kwestie als het handhaven van een standaard opzegtermijn werd mijn beslissing terzijde geschoven om een presentator tegemoet te komen.
Talent en verloop
Natuurlijk is personeelsverloop een normaal verschijnsel in elke organisatie, zeker in de creatieve sector. Talentvolle medewerkers ontwikkelen zich en zoeken nieuwe uitdagingen, net zoals topspelers in een succesvol voetbalteam altijd de aandacht van andere clubs trekken. Bij DWDD werkten bovendien veel jonge, ambitieuze mensen die hun volgende stap wilden zetten. Ze wilden voor de camera of een leidinggevende functie. Daar was ik trots op - het ontwikkelen van talent hoorde bij onze rol als toonaangevend programma.
Door de jaren heen stapten ook redacteuren van andere programma's over naar DWDD, maar altijd op eigen initiatief en nooit gezichtsbepalende medewerkers zoals makers van vaste rubrieken. We hielden ons zoveel mogelijk aan de ongeschreven regel om niet actief bij collega-programma's te werven - een regel die Paul doorbrak door direct Dijkshoorn en Van de Pavert te benaderen.
Wat deze situatie anders maakte, was niet zozeer dát mensen vertrokken, maar de timing (geconcentreerd in een korte periode), de bestemming (een ander programma binnen dezelfde omroep), en vooral het gebrek aan een gecoördineerde aanpak om dit te managen. Als er binnen een organisatie geschoven wordt met talent, vraagt dat om centrale regie en een zorgvuldig proces - juist om te zorgen dat alle programma's op niveau blijven en redacties kunnen blijven functioneren.​​​​​​​​​​​​​​
Crisis en twijfel
Elk vertrek van een medewerker was voor mij een verrassing. De opzeggingen werden eerst bij Personeelszaken gemeld, niet bij mij als eindredacteur. Pas wanneer de contracten al waren getekend, hoorde ik ervan. De officiële verklaring was dat vanwege de integriteit van werknemers ik niet eerder ingelicht mocht worden. Daardoor was er geen kans om in gesprek te gaan en geen tijd om een oplossing te vinden. De redactie werd steeds onrustiger en mensen vroegen zich af wie de volgende zou zijn.
Ik stuurde verschillende 'alarm'-mails naar de directie en de hoofden waarin ik mijn twijfel en ongenoegen uitte. Kathleen Warners reageerde op mijn mail van 13 december 2010 per omgaande geïrriteerd:
Dieuwke,
Het is einde seizoen, iedereen is moe, maar dat geeft je nog niet het recht om zo te reageren op de situatie waar we allen in terecht zijn gekomen en waar we ook met z'n allen uit moeten te zien komen. (…) Je zegt dat het de laatste tijd een rotzooitje was ook wat betreft ondersteuning uit Hilversum. Dat is snel gezegd en zonder onderbouwing. Ik weet dat Mirjam ongelooflijk veel tijd heeft besteed aan jullie personele problemen en ook [naam hoofd Personeelszaken], Frans en ik hebben jou en het programma zoveel mogelijk steun gegeven. En ja wij vinden jouw gezondheid belangrijk, maar als we een kant en klare oplossing zouden hebben, zou je die allang gehad hebben. Dit is een eerste reactie op jouw mail, wij blijven meedenken.
Groet,
Kathleen
Uit dit mailtje bleek geen inzicht in de reden waarom er op dat moment zoveel stress was. Paul de Leeuw was in paniek en wilde een betere redactie. Frans Klein en Kathleen Warners stonden toe dat hij bij ons ging shoppen en mensen overhaalde om naar zijn programma te komen. De VARA nam geen verantwoordelijkheid en loste het door henzelf gecreëerde probleem niet op. Daardoor kwam het op mijn bord te liggen.
Hoe kon ik die onrust verhelpen als ik steeds werd geconfronteerd met nieuwe opzeggingen? Ik schreef op 10 december 2010 onze personeelsadviseur Mirjam de Klerk, met in de CC Frans Klein en hoofd Personeelszaken, een mail:
Dag Mirjam,
Na ons gesprek vanochtend blijft 1 vraag bij mij terugkomen: Schiet je je doel niet voorbij als de integriteit van individuele redacteuren boven het belang van een hele redactie en dat van een programma wordt gesteld? Ik heb contact met [hoofd Personeelszaken] en met Frans om ervoor te zorgen dat ik op een vrolijke manier aan damage control kan doen. Ongetwijfeld gaan we het bovenstaande met z'n allen uitzoeken en kijken hoe we in de toekomst beter kunnen handelen.
Tot gauw, Dieuwke
Ze had daar geen antwoord op en leek er ook nooit over nagedacht te hebben - er was hier geen beleid voor.
En waar was Matthijs in dit verhaal? Die hield zich afzijdig, bang als hij was om de relatie met zijn collega presentatoren te verstoren - als hij al contact had, dan om een kopje koffie te drinken. Ondanks dat hij zag dat de redactie werd uitgekleed en ik onder druk stond, deed hij niets – behalve de druk op mij opvoeren door zijn verwachting uit te spreken dat ik het allemaal snel zou oplossen.
Ik begon aan mezelf te twijfelen. Wat zei het over ons programma dat mensen vertrokken? Wat zei het over mijn leiderschap? De werkdruk bij DWDD was hoog geweest, de lat lag hoog - maar was dit de grens? Het vertrek van ervaren mensen betekende dat de overgebleven redactie nog harder moest werken, waardoor weer meer mensen overwogen te vertrekken. Een neerwaartse spiraal was ingezet en ik dreigde de controle te verliezen - een vreselijk gevoel.
De directie keek weg
Niet alleen op de redactie was het onrustig, ook privé kampten destijds veel medewerkers met problemen. Het was een perfecte storm voor het 'horrorjaar' zoals het jaren later naar aanleiding van het stuk in de Volkskrant in 2022 werd genoemd. In de zoveelste mail aan mijn leidinggevenden waarin ik aangaf dat het me boven het hoofd groeide, gaf ik een opsomming van de problemen waarmee mensen kampten: zware zwangerschappen, verlies van dierbaren, scheidingen, heftige problemen met kinderen, en de zorg voor zieke ouders.
Vanwege de gespannen situatie en mijn aanhoudende roep om hulp zou ik in januari 2011 een gesprek krijgen met Mirjam de Klerk. Hoofd Personeelszaken zocht intussen contact met Matthijs. In de Volkskrant in 2022 werden deze gesprekken door de directie uitgelegd als het moment waarop ze Matthijs en mij 'tot de orde riepen'. Ze wilden aantonen dat ze niet hadden weggekeken maar dat er was ingegrepen. Dit strookt niet met de feiten. Op 18 december 2010 greep ik het moment aan om een mail aan hoofd Personeelszaken te sturen. Daarin vroeg ik zélf om een gesprek met haar en Frans Klein. Mirjam de Klerk was ook goed maar schreef ik:
Ik heb echter het idee dat jij of Frans op z'n minst bij dat gesprek moeten zitten. Ben heel benieuwd of jij Frans er al over hebt gesproken. Naar mijn idee is het groter dan zo maar een woelige, wat onhandige periode. Zou jij dit deel op je willen nemen, kar willen trekken?
Uit ervaring wist ik dat Matthijs niet goed op zijn gedrag aan te spreken was, en al helemaal niet door iemand waar hij niets mee had en die hij nooit zag, daarom schreef ik haar:
Matthijs begon al over contact met jou. Hij had duidelijk geen zin aan een huisbezoekje. Ken ik van hem, het zal lastig zijn tot 'm door te dringen, niets nieuws onder de zon.
Het leek mij beter dat Frans Klein zijn verantwoordelijkheid nam en Matthijs bij zijn lurven zou grijpen:
Ik hoop van harte dat Frans en Matthijs weer eens met elkaar gaan praten, en dat jouw gesprek met Matthijs effectief is. Eigenlijk is het raar dat ik in mijn eentje deze woeste hengst moet mennen. Maar daar heb ik me wel vaker over verbaasd. Het zou goed zijn als Frans en Matthijs regelmatiger een goed gesprek zouden hebben. Of Frans Matthijs en ik. Toch raar dat we dat nooit doen, met zo'n belangrijk programma, zo'n dure presentator, en zo'n heftige functie als ik heb.
Deze omschrijving loog er niet om en je zou denken dat er na mijn vraag adequaat gehandeld zou worden. Er veranderde echter niets. En dat legt het probleem van DWDD bloot: Matthijs was onaantastbaar. Directeur Frans Klein was er alles aan gelegen om hem bij de omroep te houden en te voorkomen dat hij naar een commerciële zender zou gaan. Daarom werd Matthijs nooit echt op zijn gedrag aangesproken, Frans Klein was bang dat hij hem zou wegjagen. En ook ik werd niet aangesproken, we werden juist geprezen om de manier waarop we leiding gaven en programma tot grote hoogte stuwden.
Ik red het zo niet
Voor de buitenwereld probeerde ik rustig te blijven. Elke ochtend moest er een uitzending voorbereid worden, elke redactievergadering moest productief zijn. Onrust op een redactie is als een olievlek die zich snel verspreidt - als eindredacteur was mijn taak om stabiliteit te bieden, juist op momenten dat die ontbrak. Pas na weken, toen de stroom van vertrekkende medewerkers stopte, kon de redactie zich weer op de inhoud concentreren. Al bleef het zwaar want nieuwe mensen moesten ingewerkt worden en dat trok een wissel op de rest.
Op 5 april 2011 schreef ik hoofd Personeelszaken en Frans Klein een mail:
Dag beiden,
Ik red het zo niet. Ik heb echt hulp nodig. De redactie is vrijwel nieuw. We hebben veel nieuwe mensen gevonden maar die moeten allemaal ingewerkt worden. Ik heb een goede oplossing voor de parlementaire redacteur maar daar speelt een salarisprobleem. Ik ga dit niet in mijn eentje oplossen. Mirjam, [naam medewerker Personeelszaken] en Kathleen hebben een mening die ik begrijp maar die niets oplost. Matthijs is de afgelopen 2 weken op zijn allerslechtst, Frans, het is er niet beter op geworden. Ik sla alarm. Het voelt of ik er alleen voor sta. Krijg visioenen van naar huis gaan.
Frans Klein vergaloppeert zich
In juni 2011 kwam de MaDiWoDoVrijdagshow na één seizoen tot een einde. De kijkcijfers bleven achter bij de verwachtingen. Paul de Leeuw keerde in het najaar van 2011 terug naar zijn vertrouwde concept en kreeg weer een zaterdagavondprogramma: PAU!l.
Frans Klein had zich vergaloppeerd, drie talkshows was onmogelijk en zelfs schadelijk - de gevolgen van deze fout bleven voelbaar. De personele verschuivingen, de interne concurrentie en de onrust op de redacties had het vertrouwen in de leiding geen goed gedaan - niet van onze redactie in mij en Matthijs en niet van mij in Hilversum. Frans Klein leek onaangedaan, maar de strijd had mij verhard en had mijn beeld bevestigd dat ik er als eindredacteur alleen voor stond. Wat kun je anders doen dan je zelf wapenen als de last die je draagt steeds zwaarder wordt?
Tussen Paul en DWDD kwam het in de tussentijd weer goed en hij verscheen regelmatig bij DWDD aan tafel. Hij was een fijne gast die het programma extra energie gaf en Matthijs was dol op hem.
Geschiedvervalsing
In november 2022 publiceerde de Volkskrant een artikel over de werkcultuur bij DWDD. Twaalf jaar na mijn noodkreten, en zes jaar na mijn vertrek werd ik weer geconfronteerd met die periode. De structurele problemen kregen daarin nauwelijks aandacht, de focus lag volledig op individueel gedrag. Natuurlijk kan ik me voorstellen dat ik in die periode niet de prettigste leidinggevende was, maar de situatie waarin ik terechtkwam was ook verre van ideaal.
Frans Klein reageerde in het Volkskrant-artikel met een verklaring die haaks stond op de correspondentie uit die tijd: "Mensen hadden het tegen me kunnen zeggen als ze ergens mee zaten," beweerde hij, alsof hij geen noodsignalen van medewerkers had ontvangen. Hij reageerde hiermee vergelijkbaar met John de Mol na de onthullingen over The Voice - dezelfde vorm van ontkenning, dezelfde verschuiving van verantwoordelijkheid. Ironisch genoeg trad Klein later in dienst bij John de Mol als Directeur Televisie, nadat zijn positie in precies diezelfde functie bij de NPO in 2023 onhoudbaar was geworden.
Op de vraag van de Volkskrant of hij inderdaad niets had gedaan toen ik als eindredacteur om hulp vroeg bij de omgang met Matthijs, antwoordde Klein: "Daar heb ik echt een ander beeld van. Ik zei dan: 'Dieuwke, jij bent de eindredacteur. Je bejubelt me omdat ik jullie veel vrijheid geef. Maar als jij denkt: dit kan niet, of hier ligt de grens, geef dat dan bij Matthijs aan.'" Met dit antwoord bevestigde hij juist wat ik beweerde: in plaats van zijn verantwoordelijkheid als directeur te nemen, stuurde hij mij terug naar precies de persoon waarvoor ik hulp zocht. Klein's zogenaamde "andere beeld" was in feite een volledige bevestiging van het probleem - hij weigerde in te grijpen en legde alle verantwoordelijkheid bij mij. Later in een gesprek met mij noemde hij Matthijs zelfs 'een psychopaat'.
We waren inderdaad blij met de redactionele vrijheid die hij ons gaf, maar dat wil niet zeggen dat je als directie alles los moet laten en geen verantwoordelijkheid meer draagt voor de mensen die er werken, inclusief Matthijs en mij. Zoals ik in mijn mail van 18 december 2010 aan hoofd Personeelszaken schreef: "Eigenlijk is het raar dat ik in mijn eentje deze woeste hengst moet mennen."
Opmerkelijk was ook Klein's reactie op mijn uitspraak dat hij me met een kluitje in het riet stuurde. Hij zei tegen mij: "Er is er maar één die de grenzen kan aangeven, dat ben jij. Doe dat dus ook, want anders creëer je een monster." In de Volkskrant reageerde hij echter: "Ik weet niet of ik dat gezegd heb. Maar als dat zo is, dan weet ik niet of ik het monster Matthijs of het monster Dieuwke bedoelde." Een directeur-onwaardige reactie die precies illustreert wat er fundamenteel mis was: een directie die wegkeek, signalen niet serieus nam, en zelfs jaren later nog steeds de verantwoordelijkheid afschuift.
Bevestiging door Personeelszaken
Mirjam de Klerk, die vijftien jaar lang als personeelsadviseur betrokken was bij DWDD, bevestigde in hetzelfde Volkskrant-artikel veel van mijn ervaringen. "Ik heb het altijd gezien als de prijs die betaald moest worden voor het succes, en die we met z'n allen hadden vastgesteld: de NPO, de directie van BNNVara, de eindredacteur en ik," verklaarde ze.
Ze benoemde openlijk dat ze "telkens weer met de 'EHBO-koffer' in de arm naar Amsterdam reed om het op te lossen" - een treffende omschrijving van hoe symptomen werden bestreden terwijl de onderliggende oorzaken niet werden aangepakt.
Veelzeggend is dat ze erkende dat ze Frans Klein twee keer had gewaarschuwd "omdat het uit de hand dreigde te lopen" - wat niet strookt met Klein's bewering dat hij nooit signalen ontving. De Klerk bevestigde dat deze waarschuwingen nauwelijks effect hadden: "Het is in ieder geval niet zo dat er daarna geen escalaties meer waren."
Volgens de huidige directeur van BNNVara Suzanne Kunzeler hadden "de eindredactie en presentator op hun gedrag en de cultuur op de redactie aangesproken moeten worden." Mijn pogingen om met haar in gesprek te komen en uit te leggen wat er daadwerkelijk aan de hand was, mislukten. Hierover volgt een andere aflevering.
De succesparadox van DWDD
De dynamiek van die periode leidde tot een werkomgeving waarin stress en onzekerheid doorsijpelden naar alle niveaus. Het was niet één persoon of één beslissing die de problemen veroorzaakte, maar een systeem waarin verschillende factoren op elkaar inwerkten.
Toch was het niet alleen kommer en kwel. We maakten prachtige uitzendingen, er werd veel lol getrapt en er werd veel gelachen. De meeste redacteuren waren veerkrachtig, betrokken en trots op wat we samen maakten. Matthijs was een tovenaar die onderwerpen en gasten nog beter uit de verf liet komen dan ze op papier al waren. De vele successen maakten het harde werken de moeite waard.
Maar juist ons succes werd onze valkuil. De kijkcijfers bleven stijgen, waren die gedaald, dan had de directie ingegrepen. In plaats daarvan werden Matthijs en ik gestimuleerd om nog meer gas te geven. Het succes maskeerde de problemen en werd de rechtvaardiging voor de situatie.
Als eindredacteur probeerde ik zowel de redactie als mijzelf te beschermen, maar met beperkte middelen en autoriteit. Natuurlijk heb ik fouten gemaakt en ben ik ook tekortgeschoten, wie niet, maar ik bevond me in een positie waarin verandering onmogelijk was zonder steun van bovenaf.
Bovendien was DWDD too big to fail - iets waar ik zeker nog een aflevering aan zal wijden. Er werd direct- en indirect veel geld verdiend aan het programma. Belangrijker nog: het leverde de omroep een enorme machtspositie op binnen het publieke bestel. Deze belangen versterkten de druk om koste wat kost door te gaan, ongeacht de prijs die mensen achter de schermen betaalden.
Disclaimer:
Je Mist Meer Dan Je Ziet bevat persoonlijke ervaringen en meningen van de auteur. Het is niet bedoeld als een feitelijke weergave van gebeurtenissen, maar als een persoonlijk verslag dat bijdraagt aan het maatschappelijk debat over werkcultuur in de media. Namen, details en omstandigheden kunnen zijn aangepast om de privacy van betrokkenen te beschermen. Uitgedrukte meningen zijn die van de auteur en weerspiegelen niet noodzakelijk de standpunten van anderen. Deze publicatie is geschreven in de geest van vrijheid van meningsuiting en het recht om persoonlijke ervaringen te delen.