Watskeburt?!
Live televisie maken geeft een enorme adrenaline-kick, maar is ook hard en meedogenloos
Astrid Joosten, Menno Bentveld, Joost Karhof, Claudia de Breij, Isolde Hallensleben, Francisco van Jole – dit is geen aankondiging van De Wereld Draait Door maar een opsomming van mensen die het programma ooit presenteerden. In het begin nam Francisco van Jole de maandag en donderdag voor zijn rekening, terwijl Matthijs van Nieuwkerk de andere dagen presenteerde.
De eerste uitzending maakten we meteen een beginnersfout: uit angst om tekort te komen nodigden we veel te veel gasten uit - veertien in totaal. Van Jole had moeite om alle namen te onthouden. Ternauwernood bereikte hij de eindstreep; hij struikelde over zijn woorden en haalde gasten door elkaar. Halverwege de uitzending ging er ook iets mis. Voor de nieuwe dramaserie ‘Keyzer & De Boer Advocaten’ ontving hij advocaat Nico Meijering en acteurs Bram van der Vlugt en Daan Schuurmans. Hij feliciteerde Schuurmans met het winnen van de Gouden Ui, een prijs voor de slechtste acteerprestatie in een Nederlandse film. Schuurmans lachte als een boer met kiespijn en de sfeer aan tafel was meteen om te snijden. Boos verlieten beide acteurs na afloop het pand. Het zou nog lang duren voor ze weer een keer te gast wilden zijn.
Francisco van Jole struikelt
Van Jole bleek geen geboren presentator. Dat viel ook TV-recensent Hans Beerekamp op, die naar aanleiding van de eerste uitzending in NRC schreef:
“Van Jole, die zeer goed voldeed als columnistische horzel in VARA-programma's De leugen regeert en Nieuwslicht, had het zichtbaar moeilijk met zijn nieuwe rol. Hij vergat of verhaspelde namen van enkele van de vele gasten, maar wat ernstiger was: hij bleef de rol spelen van de kritische observator, die niet vertrouwt wat hem verteld wordt. Dat komt zuur over, als je ook degene bent die de gasten moet voorstellen en masseren. Sommige interviews leken meer op een narrig verhoor dan op een informatief gesprekje.”
Het verschil met Van Nieuwkerk werd meteen duidelijk. Als presentator van DWDD was een brede interesse noodzakelijk, maar met veel gasten en onderwerpen had Van Jole weinig affiniteit. Ook met de autocue - het apparaat waarop de teksten staan die de presentator voorleest - kon hij niet goed overweg. Turend door zijn forse zwarte bril probeerde hij de woordenstroom te volgen. De bril verdween. Op de redactie ging het verhaal dat de VARA-directie hem had geadviseerd om contactlenzen te nemen, in de hoop dat zijn gezicht wat meer zou ontspannen. Zijn worsteling met het programma duurde tot kerst. Toen we na de vakantie terugkwamen, was hij weg. Na drie maanden had de VARA hem aan de kant geschoven. Het nieuws kwam hard aan op de redactie… zo snel kon het dus gaan. In het nieuwe jaar presenteerde Claudia de Breij op maandag en nam Van Nieuwkerk de donderdag erbij.
Fouten maken
Ook ik had in het begin moeite met mijn rol. De eerste weken voelde het als ijsschotsen springen. Ik wist het verschil niet tussen draaiboek en line-up, en ik had geen idee wat voor type gasten we zochten. Toen we een lijst met mogelijke onderwerpen doornamen, vroeg ik wat Watskeburt betekende. Het bleek de hit waarmee De Jeugd van Tegenwoordig die zomer doorbrak. Een collega rolde met haar ogen en zei: 'Woman, where have you been?’. Ik liet het niet merken, maar ik voelde me even heel stom.
Als samensteller ben je de spil van de dag van uitzending. Je helpt mee met het regelen van de gasten, je kiest de onderwerpen en selecteert de fragmenten. Bij DWDD werden de vijf uitzendingen van de week verdeeld over vier samenstellers. Je werkte nauw samen met de presentator, leidde de redactievergaderingen en de repetitie. Tijdens de live-uitzending was je een echte duizendpoot: je hield de tijd in de gaten, kon via een oortje tegen de presentator praten en had via een intercom contact met de regie. Daarnaast nam je beslissingen over de lengte van de gesprekken en over het al dan niet uitzenden van filmpjes. Als je dit niet gewend bent, is het een hele klus - een circusact waarbij je meerdere schoteltjes in de lucht moet houden. Het duurde een paar maanden voordat ik het een beetje onder de knie had. Vooral de timing tijdens de uitzending was een uitdaging. Terwijl het programma in volle gang was, tikte mijn stopwatch onverbiddelijk door. Als een gesprek uitliep, moest je dat bij een ander gesprek inlopen. Je was continu aan het rekenen. Dat ging een keer flink mis. Aad van den Heuvel, destijds een bekende tv-journalist, was te gast omdat hij een boek had geschreven over zijn jaren bij het actualiteitenprogramma Brandpunt. Geen makkelijke kost, want het ging over heftige gebeurtenissen die hij als verslaggever had meegemaakt. Hij stond gepland aan het eind van de uitzending, maar toen hij eindelijke aan de beurt was, waren er nog slechts vier minuten over. Ik had de uitzending niet onder controle. Na de eindtune keek de gast verbaasd, Van Nieuwkerk boos en de redacteur teleurgesteld. Zij had er veel werk in gestoken en moest de gast na afloop opvangen. Ik schaamde me kapot en heb sindsdien nooit meer die fout gemaakt.
Valkuilen
Ik ging ook een keer behoorlijk de mist in met de autocue. Wanneer je als samensteller in tijdnood kwam, kon je filmpjes schrappen uit de TV Draait Door, de rubriek met grappige tv-fragmenten. De wijzigingen gaf je via de intercom door aan de regie, waar het beeld werd ingestart. Dan moest ook de introductietekst op de autocue worden aangepast. Helaas vergat ik dat door te geven. Van Nieuwkerk begon te lezen, maar tekst en filmpjes sloten niet meer op elkaar aan. Hij bleef gelukkig rustig - hij kon niet anders. Om mij heen schoot iedereen in de stress. Ik moest een beetje lachen en zei: ‘Wat gebeurt hier nou?’, tot het kwartje viel en ik besefte dat het mijn schuld was. Ook die fout heb ik nooit meer gemaakt.
Nog een bekende valkuil: zeg nooit iets tegen een presentator in zijn oortje terwijl hij spreekt. Dan struikelt hij namelijk over zijn woorden, ontdekte ik, omdat ik het per ongeluk toch een keer deed. Van Nieuwkerk begon te hakkelen, raakte in de war, maar herstelde zich snel.
Leren doe je met vallen en opstaan, alleen was dat bij DWDD meteen live op televisie te zien. Daarom ging het leren daar in een hoog tempo - zoals alles bij het programma. Live televisie geeft een enorme adrenaline-kick, is opwindend, maar ook hard en meedogenloos. Hoe meedogenloos, zou ik aan het einde van het eerste seizoen zelf ervaren.