Zwaard van Damocles
Over stijgende kijkcijfers, spanning op de redactie en hoe ik het eerste seizoen amper overleefde
Binnen enkele maanden na de start in oktober 2005 veroverde De Wereld Draait Door een serieuze plek op de Nederlandse televisie. Al snel werd het programma in de volksmond afgekort tot ‘DWDD'. De kijkcijfers stegen. Na het vertrek van Francisco van Jole nam in het nieuwe jaar Claudia de Breij de maandag voor haar rekening terwijl Matthijs de andere vier dagen presenteerde.
Vanaf het begin succesvol
Anders dan soms wordt beweerd, worstelde DWDD niet met tegenvallende kijkcijfers in het begin. Het programma startte met een paar honderdduizend kijkers en dat aantal groeide snel. Elke mijlpaal - zoals het eerste half miljoen kijkers - vierden we met taart van banketbakker Kuyt, de kampioen appeltaarten bakken van Amsterdam en onze hofleverancier.
Niet alleen stegen de kijkcijfers, ook begonnen de media DWDD op te pikken. Het eerste grote krantenstuk ging over de Jakhalzen, het vaste item met brutale verslaggevers van DWDD, altijd gekleed in zwarte pakken met een rode stropdas. We waren apetrots. Op de redactie prikten we krantenartikelen en recensies op de muur. Aan het eind van het seizoen was de meterslange wand half gevuld. Het tweede seizoen raakte hij helemaal vol, en daarna gaven we het op - het was niet meer bij te houden.
De grote roerganger
De redactie werd met straffe hand geleid door Ewart van der Horst, de ‘grote roerganger’, zoals wij hem noemden. Hij was klein van stuk maar had een overdonderende persoonlijkheid. Altijd vol ideeën en onvermoeibaar. Wanneer wij op de redactie na uren brainstormen geen inspiratie meer hadden, zat zijn tank nog vol. Als de line-up gaten vertoonde, kwam hij met oplossingen.
Zijn dag begon steevast op dezelfde manier. Hij arriveerde -altijd per taxi- nét op tijd voor de eerste redactievergadering. Onderweg had hij dan al de kranten doorgenomen. Hij betrad het pand met een zwarte zonnebril in zijn halflange haar, zonder jas maar altijd in een blazer, een versleten leren aktetas in de hand en een Italiaanse krant (La Gazzetta dello Sport) onder de arm.
Zijn kamer lag direct naast een ruimte met de ‘grote tafel’, het kloppend hart van de redactie waar vergaderingen plaatsvonden, kranten werden gelezen en geluncht werd. Door het dunne wandje hoorden we hem vaak geagiteerd bellen. In zijn Nokia 6210 stond heel bekend Nederland opgeslagen; de telefoon fungeerde bijna als een verlengstuk van zijn lichaam. In een tijd waarin smartphones nog niet bestonden was dat een unicum (de eerste iPhone verscheen pas in 2008). Ik had grote bewondering voor zijn vakmanschap; ik heb veel van hem geleerd.
Explosief leiderschap
In het begin stortte ik me enthousiast op mijn werk. Zonder al teveel nadenken, gewoon dóén. Dat ging prima, totdat Van der Horst strenger werd. Hij begon meer op mij te letten en zijn kritiek was niet mals. Montages van filmpjes, de lengte van items, samenstelling van de gasten - niets was goed. Hij had altijd wel iets op mijn werk aan te merken. Ik vroeg me wel eens af of dat een bewuste tactiek was. Creëerde hij opzettelijk een sfeer van onzekerheid om zichzelf onmisbaar te maken?
Van der Horst’s leiderschapsstijl was grillig en onvoorspelbaar. Hij kon onverwachts in woede uitbarsten, schreeuwen of tegen prullenbakken schoppen. Dit zorgde regelmatig voor een ongemakkelijke en soms zelfs pesterige sfeer op de redactie. Zijn voorkeur voor bepaalde (vrouwelijke) medewerkers was overduidelijk. Wie daar niet onder viel, wist nooit waar hij of zij aan toe was. Constant alert blijven was noodzakelijk, want hij kon elk moment tegen je uitvallen.
Vaak begreep ik zijn woede niet. Ik moest van hem dan vlak voor we live gingen teksten herschrijven of filmpjes hermonteren, terwijl ik me juist op de uitzending probeerde te concentreren. Het leek wel of hij me bewust wilde ondermijnen. Het was een lastige periode, maar ik liet me niet ontmoedigen - ik vond mijn collega’s heel erg leuk en het programma fantastisch.
Mannen onder elkaar
Van der Horst en Van Nieuwkerk deelden een kamer, en wat daar besproken werd, bleef voor de rest van de redactie onduidelijk. Tijdens besprekingen bleef de deur vaak gesloten. De redactie zelf bevond zich verderop in een grote ruimte, waar ik samen met de andere samenstellers aan een blok zat: drie vrouwen en één man. Met Van Nieuwkerk en Van der Horst deelde hij de liefde voor sport en muziek, en vaak zaten zij met z’n drieën in ‘het hok’ te bomen (het onderkomen van de studio en de redactie was een oud, krakkemikkig gebouw, ‘het hok’ was niet meer dan een ruimte achter een bordkartonnen wandje). Wij vrouwen hadden regelmatig het gevoel dat we buitengesloten werden, daar werden we onzeker van. Onze mannelijke collega-samensteller was goed in zijn vak en wist wat Van Nieuwkerk en Van der Horst wilden; hij had het veel makkelijker dan wij.
Het beoordelingsgesprek
Een paar weken voor het eind van het eerste seizoen vonden de beoordelingsgesprekken plaats. Ik was als eerste aan de beurt. Niemand twijfelde over een positieve uitkomst - ikzelf ook niet. Toch was ik nerveus.
Van der Horst viel met de deur in huis door direct te melden dat het niet goed ging en mijn contract niet zou worden verlengd.
Ik wist niet wat ik hoorde, het ging juist al veel beter dan in het begin. Van der Horst dacht daar anders over. Hij had een waslijst aan kritiek. Ik sprak mijn verbazing uit en gaf aan dat ik me niet herkende in zijn beoordeling en het er niet mee eens was.
Hij reageerde geïrriteerd en stelde dat ik hem blijkbaar beschuldigde van mijn ongelijk. Hij daagde me uit te bewijzen dat ik het wel kon en gaf me nog vijf uitzendingen de tijd.
Ik antwoordde dat me dit een onmogelijke opgave leek, doorwerken met het zwaard van Damocles boven mijn hoofd.
Hierop reageerde hij bits dat dat zwaard al lang was gevallen en dat ik er maar voor moest zorgen dat mijn kop weer op mijn romp kwam.
Verbouwereerd verliet ik de kamer. Op de redactie keek iedereen me verwachtingsvol aan. “Ik moet weg,” zei ik. De schrik sloeg toe. Als dit mij kon overkomen, dan kon het iedereen treffen. Ik probeerde me te focussen op mijn uitzendingen, maar pas thuis voelde ik de volle impact van wat er was gebeurd. De volgende ochtend vroeg belde ik een collega-samensteller en vroeg haar mijn uitzending over te nemen. Ik was te zeer van slag en ik wilde niet het risico lopen de uitzending te verprutsen. Van der Horst had zich zo bot gedragen dat ik hem alleen een sms stuurde. Later hoorde ik dat hij woedend was over mijn afmelding. Op de redactie brieste hij dat mijn salaris onmiddellijk stopgezet moest worden en veegde demonstratief mijn naam van het planningsbord.
De nasleep
Twee dagen later ging ik weer naar mijn werk. Ik voelde me vreselijk, alsof ik geëxcommuniceerd was. Hoe aardig iedereen ook deed, ik hoorde er niet meer bij. Ik was teleurgesteld in Van Nieuwkerk. Hij had nooit iets negatiefs over mijn uitzendingen gezegd, we konden het goed met elkaar vinden.
Een week later was mijn volgende uitzending. Terwijl Van Nieuwkerk en ik de line-up doornamen merkte hij op dat ik even ziek was geweest.
“Je weet toch waarom ik er niet was?”, vroeg ik verbaasd.
Hij bleek niet op de hoogte van Van der Horst's beslissing. Hoewel hij het niet met zoveel woorden zei, merkte ik dat hij het er niet mee eens was. Ik vroeg of hij nog iets voor me kon doen. Hij hoorde me aan, maar bleef vaag en zei dat ik die week voor de uitzending even langs moest lopen. Dagen wachtte ik op een goed moment maar het kwam hem steeds niet uit. Mijn hoop vervloog. Ik moest het zelf doen. En dat deed ik. Ik maakte mijn uitzendingen, ook al voelde het alsof ik in een vacuüm werkte.
De dag na mijn laatste uitzending zou Van der Horst zijn definitieve oordeel vellen. Ik was trots op wat ik had neergezet, opgelucht dat de ellende erop zat. De uitzending was geslaagd en bij de eindtune raakte ik geëmotioneerd - grote kans dat dit mijn laatste keer was. Na afloop kreeg ik een knuffel van Van der Horst.
Hij gaf aan dat het een goeie show was. Ik vroeg of ik zijn knuffel positief mocht interpreteren. Hij snauwde dat ik blijkbaar nu al wilde evalueren terwijl hij dacht dat we dat de volgende dag zouden doen, en liep weg.
De volgende ochtend fietste ik naar de redactie voor het gesprek. Van der Horst was er niet. Ik wachtte, maar hij kwam niet opdagen. Net toen ik wilde weggaan, arriveerde hij.
Of ik niet blij was vroeg hij me verbaasd nadat hij me vertelde dat ik mocht blijven. Ik was te afgestompt om verheugd te reageren.. Na weken ploeteren was ik er klaar mee, eigenlijk boeide het me niet eens meer. Wat voor mij telde, was dat ik had bewezen dat ik het kon.
Veel later besefte ik hoezeer ik zelf werd meegezogen in de werkcultuur van de televisie, waar voornamelijk autoritaire mannen de dienst uitmaakten. Aanvankelijk leek het gewoon ‘zoals het hier gaat’, een norm waar je je zonder nadenken naar voegt. Toen ik zelf aan het roer kwam te staan, nam ik me voor het anders te doen. Maar zonder het te beseffen had ik gewoontes overgenomen die ik juist afkeurde. Pas later drong tot me door dat collega’s onder mijn leiding vergelijkbare ervaringen hadden als ik destijds onder Van der Horst, Karel van de Graaf en vele anderen. In volgende posts zal ik dieper ingaan op hoe dit kon gebeuren en wat ik ervan heb geleerd.
Ik had laatst een appeltaart van de Appie. Niet verkeerd. Je begrijpt dat ik nu reuzebenieuwd ben naar die appeltaart van Kuyt.
"Maar zonder het te beseffen had ik gewoontes overgenomen die ik juist afkeurde." Aha, het is dus weer de schuld van een man. Meid, ik kijk uit naar de volgende hoofdstukken. Komt er ook een boekje van? Extra aandacht? En die kans om zo'n 500e abonnee te worden en zo'n 'kèk DWDD bash-taartje' te winnen is natuurlijk ook hartstikke de moeite waard. Het zwaard van Damocles, kom nou toch. Dan had je iets moeten zeggen toen al die redactieleden aan de bel trokken. Niet nu de wind is gaan liggen er een "this is a man's world/ik worstel en kom boven"-verhaal van maken. Je bent net zo fout geweest, zo niet fouter, want jij had had juist met jouw komaf en eerdere ervaringen beter kunnen weten.
Maar jij maakt er nu een spannend jongensboek van, waar ook nu weer de cijfers van het grootste belang zijn.